Zekerheid zonder wetenschap

Ik vervolg mijn studie van een oude tekst.
[SV] In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.
[NBV] In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. (Johannes 1:1).
AJB. Na 'het begin' wil ik daar op aansluiten met deze pagina, 'Zekerheid zonder wetenschap).'
AJB. Want het gaat over 'het Woord' waar van wij in de vorige pagina hebben gelezen dat hij mens geworden is. Dus iemand met de naam van 'Het Woord' is mens geworden. Maar voor dat hij mens werd was hij bij God. Wat of wie is dat, 'God?' Ik kan mijn eigen visie geven over God, maar ik weet dat er mensen zijn die zeggen, 'God is onzin.' God bestaat nier.' Mocht u zeggen dat God niet bestaat dan durf ik u dat niet na te zeggen. Maar wat verstaan wij onder het begrip 'God.' ik zocht op internet en vond het volgende:
Wie of wat is God?
Algemeen
Een God of Godheid is een hypothetisch bovennatuurlijke entiteit die door gelovigen als machtig, bovenmenselijk wezen wordt aanbeden en verantwoordelijk wordt geacht voor bepaalde aspecten van de werkelijkheid, dan wel voor de werkelijkheid als geheel. Goden kunnen geacht worden te leven op aarde, met name in de natuur, alsook in de hemel of nog in het onderaardse of de onderwereld. Wikipedia (NL)
1) Aangeroepene 2) Adonai 3) Afgod 4) Afgodsbeeld 5) Albehoeder 6) Alheid 7) Allah 8) Almachtige 9) Alomtegenwoordigheid 10) Alregeerder 11) Alvader 12) Alziende 13) Anubis 14) Ase 15) Deo 16) Deus 17) Dominus 18) Drie-eenheid 19) Goddelijkheid 20) Halfgod 21) Heer 22) Heiland 23) Here 24) Jahwe 25) Javé
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/God/1
AJB. Maar nu even persoonlijk. Wat weet ik van God. Als het over God gaat dan heb ik niets aan wetenschap. Op een wetenschappelijke manier weet ik niets van God. Ik kan God alleen maar zien en ervaren door het geloof. Maar dan gebruik ik het woord geloof niet als een veronderstelling, in de zin van, 'ik geloof het wel.' In de Bijbel is een tekst die aangeeft wat geloven in de godsdienstige zin van het woord eigenlijk inhoud.
Hebreeën 11:1.
[SV] Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt en een bewijs der zaken die men niet ziet.
[NBV] Geloof is de zekerheid dat alles waar op we hopen werkelijkheid wordt, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien.
AJB. Geloof is dus geen veronderstelling maar een zekerheid en een overtuiging die geen bewijs nodig heeft. Althans geen bewijs nodig, Dat geld alleen voor de gelovigen. De andere zeggen, 'eerst zien en dan geloven. Hij die in ons verhaal wordt genoemd als het woord, dat is het woord met een menselijk lichaam, Hij die ook wel omschreven wordt als het 'vleesgeworden Woord,' heeft iets gezegd over de gelovigen wat we kunnen toepassen op dit onderwerp.
Johannes 20:29.
[SV] Jezus zeide tot hem: Omdat gij mij gezien hebt, Tomas, zo hebt je geloofd; zalig zijn zij die niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd hebben.
[NBV] Jezus zei tegen hem: 'Om dat je Me gezien hebt geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.'
AJB. De vraag is natuurlijk hoe komt het dat de een wel en de ander niet gelooft. Daarvan lezen we in de Bijbel het volgende.
Efeze 2:8.
[SV] Want door genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave;
[NBV] Door de genade bent u nu immers gered, door dat u gelooft. Deze redding dankt u niet aan u zelf; ze is een geschenk van God.
AJB. Geloof is dus een geschenk, dat is iets wat je gegeven wordt. Daarom hoop ik dat u mij niet kwalijk neemt dat ik een gelovige ben, Want het is mij ook maar overkomen. Iemand die gelooft is niet normaal. Beter gezegd het is niet normaal als u gelooft Althans als we ervan uitgaan dat datgene normaal is wat veel voorkomt. Maar dan is het ook normaal als u te hard rijdt op de snelweg. Te hard rijden is wel is waar niet genormaliseerd maar wel een normaal verschijnsel om dat het veel voorkomt. Ondertussen is het dom als een gelovige zich zelf verheft boven een gelovige omdat hij of zij gelovig is. Want wat zegt de heilige schrift?
Romeinen 3:9-12.
[SV. 9] Wat dan zijn wij uitnemender? Ganselijk niet; want wij hebben tevoren beschuldigd beide Joden en Grieken, dat zij allen onder de zonden zijn;
[NBV. 9] Wat betekend nu dit alles? Zijn wij in het voordeel, in het geheel niet, want ik heb immers al heel duidelijk gemaakt dat allen, zowel de Joden als de andere volkeren in de macht van de zonden zijn.
[SV 10] Gelijk geschreven is er is niemand rechtvaardig ook niet één;
[NBV 10] Zo staat er ook geschreven: 'er is niemand rechtvaardig zelfs niet één,
[SV 11] Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.
[NBV 11] Er is geen mens verstandig, er is geen mens die God zoekt.
[SV 12] Allen zijn zij afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand die goed doet, ook niet tot een toe.
[NBV 12] Allen zijn afgedwaald, allen ontaard. Er is geen mens die het goede doet, zelfs niet één.