Kerkgeschiedenis 26
Waarom koos men in het bestuur van de kerk voor de functionaris van de bisschop en wat is er gebeurd met de gaven van de Heilige Geest.
Kerkgeschiedenis 26
De bisschop
Kort na het jaar honderd kenden men in Klein-Azië en Syrië al het stelsel van de eenhoofdige leiding door de bisschop. Men gaf de voorkeur aan één bosschop om verschil van mening in het bestuur van de kerk te voorkomen. Daar waar in de tijd van de apostelen er vaak eenstemmigheid werd bereikt door de leiding van de Heilige Geest is dat in het jaar honderd misschien een probleem geworden. Een probleem wat werd opgelost door de eenhoofdige leiding. De functie van bisschop was niet zonder gevaar. Want in tijden van vervolging door de overheid lag het voor de hand om het eerst de bisschop uit te schakelen om zo de kerk grote schade toe te brengen, door de leiding weg te nemen. Het is bekend dat Ignatius van Antiochië (117) en Polycarpus van Smyrna (156-168) als martelaren zijn omgebracht.
De bisschop koos een aantal broeders om hem bij te staan, de zogenaamde presbuteroi. Die ouderlingen of soms ook wel priesters werden genoemd.
Ik vraag mij af: waar zijn de gaven van de Heilige Geest gebleven zijn. Ik ga de belangrijke bijbel teksten die daarover gaan beschrijven want de vraag naar de gaven van de Geest is voor mij erg belangrijk.
1 Korinthe 12:1- Statenvertaling en Nieuwevertaling
[1] En van de Geestelijke gaven, broeders, wil ik niet dat gij onwetende zijt.
[1] Over de gaven van de Geest, broeders en zusters wil ik u het volgende zeggen.
Zij moeten weten waar het over gaat als er gesproken wordt over de Gave van de Geest.
[2] Gij weet dat gij heidenen waart, tot de stomme afgoden heen getrokken, naar dat gij geleid werd.
[2] Zoals u weet was u in de tijd dat u nog niet geloofde volledig in de ban van de afgoden, die taal nog teken geven
Toen jullie nog niet bekeerd waren volden jullie je aangetrokken tot de afgoden die niet kunnen spreken of iets laten zien.
[3] Daarom maak ik u bekend dat niemand, die door de Geest Gods spreekt Jezus een vervloeking noemt en niemand kan zeggen Jezus den Heere te zijn, dan door den Heilige Geest.
[3] Daarom zeg ik u nadrukkelijk dat niemand door toedoen van de Geest van God kan zeggen: vervloekt is Jezus,' en niemand kan zeggen: 'Jezus is de Heer,' behalve door toedoen van de heilige Geest.
Als iemand door de Heilige geest spreekt zal hij niet zeggen dat Jezus een vervloeking is en anders om zal niemand Jezus als Heer benomen zonder beïnvloeding van de Heilige Geest.
[4] En er is verscheidenheid der gaven. Doch het is de zelfde geest;
[4] Er zijn verschillende gaven, maar er is een Geest.
De werking van de Heilige Geest in mensen kan zeer verschillend zijn.
[5] En er is verscheidenheid der bedieningen, en het is de zelfde Heere;
[5] Er zijn verschillende dienende taken maar er is een heer;
Er zijn allerlei taken in dienst van de zelfde Heer.
[6] En er zijn verscheidenheid der werkingen, doch het is de zelfde God, die alles in allen werkt.
[6] Er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar er is een God die ze allemaal bij iedereen teweegbrengt.
Er zijn verschillende manifestaties die door de zelfde God veroorzaakt worden bij de gelovigen.
[7] Maar aan een iegelijk wordt de openbaring des Geestes gegeven tot het geen oorbaar is.
[7] in iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente.
Het werk van de Heilige geest in de gemeenteleden is zichtbaar en staat in dienst van het geheel. Ik vraag mij wel af wat de statenvertalers bedoelen met oorbaar, Proberen ze alvast in de vertaling mee te nemen dat er ook on oorbare dingen kunnen gebeuren in de gemeente die aan de Heilige geest toe geschreven zouden kunnen worden? Daar is het vertaalwerk niet voor bedoelt.
Waarom werden er Bisschoppen aan gesteld en wat is er gebeurd met de gaven van de Heilige geest? Het is mijn bedoeling om de pagina's op deze site te vullen met ongeveer vijfhonderd worden of iets meer. Dus ik hoop hier op een volgende pagina nog op terug te komen.
Mijn bronnen zijn:
De geschiedenis der kerk door Dr. Otto j. de Jong ISBN 90266 0617 6
De Statenvertaling en de Nieuwe Bijbelvertaling