kerkgeschiedenis 15 &
De verwachting
Kerkgeschiedenis 15
De verwachting
De gemeenschap van de discipelen van Jezus Christus ontwikkelde zich als een aparte groep naast de Joodse godsdienst. Het leek op een Joodse Goddienstige groep. Want zij bleven gehoorzaam aan de wet van God zoals die was doorgegeven door Mozes. Men zag hen regelmatig in de tempel en de synagoge. Maar toch waren zij anders dan de rest van de godsdienstige Joden. Zij geloofde dat Jezus het rijk van God had geopenbaard. En dat hij weer zou terugkeren.
Hier stokt mijn beschrijving. Want als ik het boek over de kerkgeschiedenis, wat door Dr. Otto J. de Jong geschreven is en door mij als studieboek wordt gebruikt lees, dan lees ik dat de discipelen verwachten dat Jezus spoedig zou terugkomen om te oordelen. Is dat zo? Of verwachten zij eerst, nog voor het eind oordeel, het zogenaamde vrederijk. En als we het over dat vrederijk hebben, of over het duizendjarig vrederijk, dan is het misschien belangrijk om ons te realiseren dat deze woorden theologische uitdrukkingen zijn die we in de Bijbel zo, letterlijk niet tegenkomen. Of vergis ik mij nou? Wat ik wel las, is het volgende:
Openbaring 20:1-3.
En ik zag een Engel afkomen uit de hemel, hebbende de sleutel van de afgrond en een grote keten in Zijn hand. – en Hij greep, draak, de oude slang, dat is de duivel en satan, en bond hem duizend jaren. – En wierp hem in de afgrond en sloot hem daarin en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, tot dat de duizend jaren zouden geëindigd zijn. En daarna moet hij een kleine tijd ontbonden worden.
Als ik dit zo lees dan kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de discipelen in het onderwijs wat zij kregen leerden dat er nog een speciale periode zou aanbreken van duizend jaar zonder de schadelijke invloed van de satan. En dat alles nog voor de oordeelsdag. En daar na volgt pas het laatste oordeel.
Openbaring 20:4
En ik zag tronen, en zij zaten op die tronen en het oordeel werd hen gegeven; en ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus, en om het woord van God, en die het beest en zijn beeld niet aanbeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand; en zij leefde en heerste als koningen met Christus, de duizend jaren.
Als er staat dat de Apostel Johannes, tronen zag en dat aan bepaalde mensen het oordeel werd gegeven. Dan moet ik eerst denken aan het laatste oordeel. Maar als dan later blijkt dat zij leefde en heersten met Christus duizend jaar dan kom ik op een ander gedachte spoor, namelijk dat zij deze tronen bezetten in het duizendjarig rijk, als de satan gebonden is. Dat ze zo moeten oordelen en regeren hoort dan mogelijk bij die periode van Duizend jaar. Daarbij geeft vers 5 uitsluitsel:
Openbaring 20:5
Maar de overige doden werden niet opnieuw levend, tot dat de duizend jaren voleindigt waren.
Het lijkt mij goed om Openbaring 20 apart te bestuderen.