Oorzaak en gevolg 4
Ik begin met een citaat uit Wereldgeschiedenis van J.M. Roberts.
Blz. 9 "Al tienduizenden jaren voor de beschaving mogelijk was, plukte mensen die fysiek niet veel van ons verschilde, de vruchten van de aarde, waarbij ze hun omgeving langzaam veranderden." Hij vraagt zich af wanneer de geschiedenis is begonnen? Als je dat wilt weten dan moet je ver achteromkijken. Dat is een hele opgave voor mensen die niets meer weten van hun eigen begin. Toch is dat de zaak waar de zogenaamde wetenschap zich doormiddel van de evolutietheorie mee bezig houdt. Ongetwijfeld zullen wij deze evolutietheorie en andere menselijke overwegingen regelmatig tegenkomen als we de Geschiedenis van de mensheid willen onderzoeken. De mens zoekt naar zijn begin. Ik heb ouders en er waren grootouders die leefde onder andere omstandigheden als wij. Uit verhalen kunnen we soms iets uit hun geschiedenis naar ons toe halen. Maar daarna wordt het beeld wat wij hebben van onze voorgeschiedenis vager. We kunnen nog verder terugkijken via genealogie, stamboomonderzoek. Maar als er geen beeldmateriaal is en geen geluidsopnamen en als brieven ontbreken dan wordt het beeld van hen die ons voorgingen steeds minder scherp. Ik weet dat een deel van mijn voorgeslacht bakkers waren. Niet alleen vanwege mijn familienaam maar ook van wat mijn dochter heeft kunnen achterhalen. Wat dachten zij, wat geloofde zij wat bespraken zij, wat waren hun motieven en emoties? Ik heb geen idee. Hoe verder we terugkijken hoed minder we zien. Maar wat wij niet weten kunnen we er wel bij fantaseren. En dat doen we dan ook. Zo zelfs dat we onze fantasie gebruiken bij het bedrijven van wetenschap. Maar waarom zoeken wij naar ons begin. Wij hebben kennelijk behoefte om ons zijn te verklaren. We zoeken een oorzaak en willen de gevolgen overzien. Sommige menen dat de mens naar zijn oorsprong zoekt om langs die weg ook te ontdekken wat de zin van het leven is. Waarom ben ik hier en wat heeft al mijn zwoegen voor zin? Wij hebben kennelijk behoefte aan een zinvolle motivatie. Zoeken wij een ideaal om voor te leven? Wat daarbij opvalt is dat de optie God zoveel mogelijk buiten beschouwing woord gelaten. God wordt niet meegenomen in ons wetenschappelijk onderzoek. God past niet in ons plaatje. Wij vinden het prettiger om er van uit te gaan dat alles is ontstaan door toeval en tijd. Veel toeval en veel tijd. J.M. wil ook nog wat aandacht geven aan de 'prehistorie' en aan de tijd die daaraan voorafging de periode toen de aarde nog niet bewoond werd door de mensen. Maar hij wil daar niet te lang bij stilstaan want zijn interesse gaat vooral uit naar de beschaving. Ik ben benieuwd wat dat voor mij als lezer oplevert. Ik zal naar gewoonte dit gedeelte afsluiten met de eeuwenoude woorden van Genesis.
Genesis 1:6-8.
[6] En God zei: Laat er een gewelf zijn in het midden van het water, en laat dat scheiding maken tussen water en water! [7] En God maakte dat gewelf en maakte scheiding tussen het water onder het gewelf is, en het water dat boven het gewelf is. En het was zo. [8] En God noemde het gewelf hemel. Toen was de avond geweest en het was morgen geweest: de tweede dag.
Mijn bron:
'Wereldgeschiedenis' Van de prehistorie tot de renaissance. J.M. Roberts
ISBN 90 5897 5897365 4 Nur 680